
Het is een zeekreeft die 10 tot 24 centimeter groot kan worden en ingegraven leeft in zanderige en modderige bodems tot op een diepte van 800 meter (meestal echter tussen 30 en 200 meter diep).
Noorse kreeften zijn bovenaan en opzij oranje gekleurd en aan de onderzijde wit. Ze zijn betrekkelijk lang en slank vergeleken met andere kreeftensoorten. Het eerste paar pereopoden draagt slanke doch krachtige scharen. De carapax draagt vooraan een scherp rostrum en een paar relatief grote, donkere, niervormige ogen.
De Noorse kreeft wordt in de handel vaak aangeduid als langoustine. De naam langoustine moet niet verward worden met de langoest of hoornkreeft. De Italiaanse benaming voor de Noorse kreeft, scampo, wordt in het Nederlands meestal gebruikt voor verscheidene soorten grote garnalen, meestal met een foutief dubbel meervoud (scampi’s).
Noorse kreeft is commercieel gezien de belangrijkste kreeftsoort in Groot-Brittannië. De bestanden in het noordelijk deel van de Noordzee zijn binnen veilige biologische grenzen.
Bij aankoop moeten ze pikzwarte ogen en een glimmend pantser hebben, anders is de kreeft al aan bederf onderhevig. De meeste worden gepocheerd gegeten, maar ze kunnen ook verwerkt worden in andere gerechten, zoals Spaanse paella.
Chef Imko Binnerts van Imko’s Puur Zee laat hier zien hoe je langoustines pelt.
niet makkelijk, maar kijk goed hoe hij het doet.